zaterdag 23 juli 2016

Laatste dagen

We zijn weer op het einde, hoogstgewaardeerde lezers.

En die laatste dagen hebben we geprobeerd ons goed te amuseren zodat we zonder spijt kunnen terug kijken op onze vakantie als we morgenvroeg vertrekken.

Gisteren gingen we naar Tokyo, maar de Imperial garden was gesloten dus gingen we haast meteen door naar Roppongi en vervolgens nog even naar Akihabara. Ondertussen is Pokemon Go ook uit in Japan en buiten Lars en Jeroen die als wakko’s naar hun scherm lopen te staren zie je ook hele troepjes geisoleerde Japanners (sorry voor de ontbrekende leestekens; Japans keyboard) langs de kant van de weg staan, vegend over hun scherm om hun jeugd te herleven.

Vandaag zijn we dan naar de Imperial Garden geweest, wat voor mij een nieuwe ervaring was, dus ik ben blij dat ik niet alleen dingen herbezocht heb. Het was veel groter dan verwacht en het weer viel supergoed mee dus ik ben tevreden. Ik moet wel zeggen dat mijn humeur beter had kunnen zijn deze dagen, maar ik weet zeker dat ik niet het enige meisje ben dat down-periodes heeft zonder zelf een specifieke reden te kunnen bedenken. Het zal een combinatie zijn van hormonen en de vooruitzichten van de herexamens (aangezien ik nog nooit eerder herexamens heb gehad, is dit een nieuwe, onaangename ervaring voor mij). Ik heb een beetje medelijden met de jongens aangezien ze niet goed wisten of me iets mankeerde, ondanks dat ik hen heb proberen te verzekeren dat alles prima was. Hopelijk hebben ze zich over het algemeen geamuseerd en was het een geslaagde vakantie. Voor mij in elk geval wel, al blijft het gevoel als een nare nasmaak achter dat ik toch dit jaar beter niet was gekomen. Uit zijn fouten leert men. En ik leer door mijn dagelijkse leven een heleboel ;)

Ik ben in ieder geval gemotiveerd om mijn Japanse studies vol inspanning af te maken, zodat ik op een dag elk woordje versta en elke zin kan lezen als ik in dit land ben.

Aricia

woensdag 20 juli 2016

Het verhaal van onze onvrijwillige bekering

Van alle dingen die ik in Japan heb meegemaakt, beste lezers, zal deze me toch zonder twijfel bijblijven.

Het was gisteren weer een hete dag en we vertrokken pas tegen de middag in de hostel om te voet de buurt te verkennen en naar de Skytree te wandelen. We bezochten een prachtige Japanse tuin waarvan de vijver vol schildpadjes zat die naar je toekwamen als ze je zagen omdat ze hoopten lekkere hapjes te krijgen. We zagen ook een spin die zeker zo groot was als mijn hand, zo niet groter. Met een ijsje in de hand stapten we flink door tot aan de Skytree, wat ongeveer 3km wandelen was.  We hingen hier wat rond (het was niet onze bedoeling om overdag naar boven te gaan, en Jeroen en ik zien het eigenlijk ook niet zitten om 30 euro te betalen om even een mooi uitzicht te zien.) en vertrokken toen te voet naar de grote bekende tempel van Asakusa. Met onze blik op oneindig, onze voeten die automatisch bewogen en de zon die op onze hoofden schroeiden wandelden we voort, tot we plots op de stoep een beetje verder een vrouw zagen die enthousiast naar ons gebaarde. Ik dacht eerst dat ze gewoon blij was om een buitenlander te zien en wat aan ons wilde vragen, en het bleek dat ik zowel bijzonder dicht als ver van de waarheid zat. Toen we dichter kwamen zag ik ook de oudere man bij haar staan, en samen boden ze ons vriendelijk aan om ons een gratis rondleiding te geven in de boeddhistische tempel op de tweede verdieping van het gebouw waar ze voor stonden.

Wetende dat veel Japanners gewoon zo vriendelijk zijn en ze het misschien jammer vonden dat er nooit bezoekers komen omdat niemand weet dat er een tempel ligt op de 2e verdieping, en overtuigd door hun meermaals herhalen dat het gratis was, volgde ik hen naar binnen, en de jongens volgden. Ik hoorde Lars luidop uitgesproken bedenking dat het een scam was niet, maar aangezien ik erg goedgelovig ben had ik hem waarschijnlijk toch niet gehoord.

Het vreemde duo pakten haastig hun spullen bijeen (ze hadden buiten in de hitte zitten wachten als geduldige spinnen om iemand mee in hun web te trekken) en gingen ze ons voor naar binnen. Het zag eruit als een standaard Japans openbaar gebouw, een gemeentecentrum of dergelijke, en terwijl ze een kort gesprek met ons voerden (jullie kunnen een beetje Japans, zijn jullie hier al geweest...) leidden ze ons de trappen omhoog. We maakten gespannen wat grapjes onder ons dat we zouden neergestoken worden. De man en de vrouw deden bijzonder gehaast en ik vond het vreemd dat ze beiden meekwamen om ons een tempel te laten zien. We gingen een grote ruimte binnen die inderdaad was ingericht als prachtige tempel, met een mooi versierd altaar, tatami-matten, en gouden versieringen aan het plafond. Ik was even opgelucht en negeerde de twee, die als kippen zonder kop rondliepen om de ventilators naar de stoeltjes te richten en ons aanmaanden om te zitten.

Ik had pas echt door dat ze ons geen gewone rondleiding gaven toen we op die 4 kleine stoeltjes op een rijtje voor het altaar werden gezet en ze vragen begonnen te stellen zoals ’zijn jullie gelovig’ en de vrouw, denkende dat ik al jaren Japans studeer (en geloof me, ik heb meermaals gezegd dat ik een eerstejaarsstudent ben) in het Japans aan een stuk door begon te ratelen en me geen pauze gaf om aan de jongens een beetje te vertalen wat ik had begrepen. We kregen van die boeddhistische paternosters in onze handen geduwd en voor we het wisten zaten we de ’Nam myou ho renge kyou’ mantra te citeren en te doen alsof we bidden uit beleefdheid, omdat we niet meteen durfden zeggen dat we gewoon wat foto’s wilden trekken en weer doorgaan. En die beleefdheid was mijn fout. De vrouw ratelde aan een stuk door over tempels en hoeveel gelovigen er waren in Europa, over hoe het lichaam en alles om ons heen bestaat uit 5 elementen en over hoe het niet erg was dat we de betekenis van de dingen die gebeurden (zoals die mantra opzeggen) niet begrepen omdat ze een goed effect op ons hadden. Toen ze begon over dat het geen toeval was dat wij die dag op dat moment voorbij hadden gelopen wilde ik ineens heel graag weg en ik wachtte tot ze een seconde naar adem zou happen om te zeggen dat we door wilden. Maar ze besefte heel goed dat ze ons tegen onze wil daar hield en toen terwijl de man in het Engels tegen Ricardo en Lars bezig was bleef ze in het Japans ’uitleg’ geven over het geloof. Ik had pas laat door dat ze ons wilden bekeren in die tempel, op dat eigenste moment. Met hand en tand, aan de hand van foto’s en flyers, met een heuse waterval aan uitleg waarvan ik maar bijzonder weinig verstond leek ze uiteindelijk half de toestemming te vragen of ze ons mocht bekeren en ik had de woorden die we moesten uitspreken al in mijn handen. Als ik had gezwegen op dat moment waren wij nu de meest ongelovige, onwetende boeddhisten die op dit moment op de aarde rondliepen. Maar ik onderbrak de vrouw met de moed die ik tot op dat moment had verzameld om in mijn beste, zenuwachtigste Japans te zeggen dat we eigenlijk echt ergens naar toe moesten en echt moesten gaan nu, met wat vluchtige bedankjes voor de ’interessante uitleg’.

Het grappigste of meest geschifte deel vaan haar spraakwaterval moest nog komen, en ik wist niet of ik moest lachen of rennen toen ze me verzekerde dat het niet erg was. Het kwaad zat namelijk nog in mij en probeerde me van hen weg te trekken. In het Japans bedankend en in het Nederlands zeggend aan de jongens dat ze richting de deur moesten beginnen wandelen verlieten we haastig de ruimte.

We waren er allemaal echt niet goed van dat we zo’n bizarre gebeurtenis hadden meegemaakt en na wat te hebben rondgekeken bij de tempel en de souvenirwinkeltjes keerden we naar huis terug. Mijn heup voelde alsof ik een marathon had gelopen. Thuis vielen we in slaap, behalve Jeroen die zich bezig hield tot hij ons kwam wekken om te gaan eten. Na het eten gingen de jongens nog even naar Akihabara en probeerde ik te slapen. Maar als je heel graag wilt slapen, laten je hersenen je vaak niet. Dus heb ik onder de dreunende muziek van Wardruna maar wat gedacht aan mijn herexamens en werk en hoe ik vreselijk ga falen als ik terug ben in ons Belgenlandje. Want zo ben ik.

Vandaag regent het en we zijn nog aan het nadenken wat we gaan doen.

Aricia


dinsdag 19 juli 2016

Dineren in een spel

Lieve mede-Belgen,

Gisteren heb ik me oprecht geamuseerd. 's Ochtends namen we na lekker uit te slapen gehaast de trein naar het Eorzea cafe in Akihabara, maar we waren nog een beetje te vroeg om te reserveren. Nog een halfuurtje winkeltjes doen dus, en toen lukte het ons een reservatie te maken voor 16u30. Het was 11u op dat moment en ik was Akihabara even beu gezien, dus besloten we naar Ueno te gaan. We weten geen van allen veel zijn in Ueno, behalve het gigantische, prachtige park met verschillende tempels, 'straatmuzikanten', gezinnetjes met kindjes en joggers.

We kochten wat drinken en snoepjes en gingen ergens in de schaduw zitten, wetend dat onze arme voeten en benen alle rust konden gebruiken die ze konden krijgen. Ik geloof dat we allevier genoten van de rust en de cello op de achtergrond die een bijzonder geslaagde versie van 'Ave Maria' speelde met een achtergrond van honderden krekels en cicadas. Toen we het zitten beu waren, gaf ik de jongens een korte les in de volgorde van reinigen en bidden in een tempel. En ik verschoot me kapot toen ik in het Nederlands een compliment kreeg over deze les door het meisje dat in stilte naast ons had gestaan. Ik hoop dat ik haar niet beledigd heb toen ik zei dat Nederlanders echt overal zitten en ik er altijd tegen kom als ik op vakantie ga. Lief meisje, ik heb daar niets op tegen!

Aan de overkant van de straat lag het andere deel van het park, met een gigantische vijver die volbegroeid was met een soort plant met grote bladeren en grote, roze bloemen. De vorige 2 keren dat ik in het park ben geweest stond er steeds een leuk oud mannetje de vogels te voederen en ik hoopte met heel mijn hart dat hij er dit keer opnieuw stond, want hij liet mij eens een keer een deegballetje vasthouden en toen kwamen de vogeltjes op mijn hand en arm zitten, en deze prachtige ervaring wenste ik de anderen ook toe.
Hij stond er inderdaad, maar een groepje andere oudere mannetjes hadden de eer van het deegbolletje al gekregen. Nadat we er een poosje naar hadden zitten kijken, genietend van al die kleine vogeltjes en de dikkere duiven die om ons heen wapperden en streden om de grootste hapjes, nam het vogelmannetje uit het emmertje dat vooraan op zijn fiets bevestigd was twee piepkleine babyschildpadjes en bracht ze naar de tafel waar wij aan zaten. We mochten ze aanraken, opnemen, en onze belangrijkste taak was om te zorgen dat ze niet van de tafel liepen, want het leek wel alsof ze beiden een doodswens hadden. De man grapte over dat hij ze zou opeten als barbecue en we begonnen een kleine conversatie waar ook het Vietnamese koppeltje dat aan de tafel zat aan deelnam. Hun Japans was ook heel erg goed.
De man hield de schildpadjes als huisdieren. Hij beschouwde hen als zijn familie. Ik denk dat ze erg sociaal zullen worden, willen of niet.

Ik wilde graag nog wat in Ueno stad rondlopen maar wist de deftigere buurten er niet zijn, en de straten met het meeste volk zaten vol louche winkels uitgebaat door louche niet-Japanse figuren.
Het was toch bijna tijd dus liepen we nog even wat in Akihabara rond voor we naar het Eorzea cafe gingen. Dit was kleiner dat verwacht maar had nog steeds een geweldige sfeer.
Voor de onwetenden: zowel Ricardo, Lars, Jeroen als ik spelen een spel genaamd `Final Fantasy XIV` (het enige spel dat ik speel maar ik vind het super) en het cafe heeft dat spel als thema. Het is ingericht met attributen, ze spelen muziek van het spel op de achtergrond, en het eten lijkt op personages uit het spel e.d. Het was natuurlijk belachelijk duur voor wat het was, maar het was toch de moeite om eens gedaan te hebben.

Jeroen en ik namen een gratin, een moelleux, en een non-alcoholische cocktail die wel eens tot de top 3 drankjes zou kunnen horen die ik ooit gedronken heb. Bij elke bestelling dat je deed kreeg je ook kaartjes met monsters of beroepen uit het spel (voor de kenners, don't judge me, ik leg het zo simpel mogelijk uit) die je kon verzamelen. We lachten onze longen uit het lijf toen we plots begonnen te twijfelen of het figuurtje dat bij Lars desert zat, dat hij juist naar binnen had gewerkt,effectief eetbaar was of  piepschuim. Ricardo had hetzelfde desert en we besloten dat het vast eetbaar zou zijn, maar het had dezelfde textuur als piepschuim en smaakte niet bepaald schitterend, en andere klanten hadden de hunne laten liggen. Als ons beoordelingsvermogen het heeft laten afweten, zullen ze in ieder geval goed lachen in de keuken als het bord terugkomt en het figuurtje nergens te bespeuren is.

Op mijn aanraden gingen we als afsluiter naar de karaoke, en met mijn beste Japans kwam ik erachter dat een uurtje voor ons allen samen ongeveer 6 euro per uur zou zijn met elke een verplicht drankje van ongeveer 3 euro. Dus toen het uur veel te snel voorbij ging (karaoke in Japan is ontzettend fijn en grappig) bestelde ik met de telefoon in de kamer een uurtje extra, in mijn achterhoofd houdend dat het veel minder duur was dan dat ik mij herinner van de vorige keer dat ik naar de karaoke was gegaan (dat was in Fukuoka tijdens de allereerste keer dat ik in mijn eentje naar Japan was gegaan en met 2 toen onbekende jongens was meegegaan).
Maar toen we gingen afrekenen kwam het totaalbedrag op ongeveer 90 euro! We betaalden onwillig en kwamen buiten met behulp van het afschriftje tot de conclusie dat het tweede uur veel meer had gekost dan het eerste. We weten niet of dat kwam omdat ik het had verlegd in plaats van meteen 2 uur te bestellen, of omdat het een later uur was, populairder en dus duurder. Na de aanvankelijke shock begrepen we wel dat het nog steeds wel betaalbaar was (ongeveer 23 euro) voor mooie herinnering die we hebben gemaakt.

Jeroen en ik keerden naar huis en Ricardo en Lars bleven nog wat langer. Deze ochtend hadden we een lichte aarbeving. Ik ben benieuwd wat de dag verder voor ons in petto heeft.
Hou jullie goed!

Aricia

maandag 18 juli 2016

De droom

Mijn broertje en ik stonden op de straat voor het huis waar we vroeger woonden, gericht naar het huis van de overburen. In werkelijkheid woont daar een verrukkelijk ouder koppel, maar hier stond het herenhuis al 100 jaren leeg. Het was niet in de verste verte onderhouden en was meer een ruïne dan een huis. Er zaten geen ramen meer in en op de houten vloeren lagen blaadjes, die waren binnen gewaaid van de vele hoge, stevige loofbomen die het huis omringden.
Boven het raam aan de voorkant, zoals huizen wel vaker hebben, stond een tekstje. Maar in plaats van "welcome" of een familienaam stond er in sierlijke witte letters: "How my son shot"
Aangezien het huis al leeg stond lang voor we er tegenover introkken, wist ik alleen van de eigenaars wat me verteld was geweest door de oudere omwoonders, die het van hun ouders hadden gehoord. En het was een tragisch verhaal over een misvormde zoon en een familiedrama dat geen van de drie gezinsleden heeft overleefd, waardoor mijn nekhaartjes overeind gingen staan bij het lezen van deze onafgemaakte zin, die zoveel kon vertellen en verduidelijken als er wat meer woorden bij stonden.
Mijn broertje en ik vroegen ons luidop af wat er precies met de man,de vrouw en hun zoon zou gebeurd zijn en besloten stiekem het huis te gaan verkennen. Zodra we dichter kwamen blies de herfstwind ritselend door de bomen en zonder het zelf goed te beseffen was het huis nu veel verder van de straat gelegen, met een lange zandweg door het dichte bos tot aan enkele meters voor de deur. We gingen naar binnen. Zowel de vloer waar we op stonden als de vloer van de verdieping boven ons misten zeker de helft van de planken en aangezien het grootste deel van het dak ook weg was werd het hele huis natuurlijk verlicht. Ik zette een stap en het vervaarlijke gekraak dat ineens klonk deed me beslissen naar beneden te springen. Mijn broertje stond nog op het gelijkvloers en met paniek in zijn ogen keek hij rond zich.
'Ik vang je! Spring maar!' riep ik, zijn richting uitlopend. Zonder enige twijfel wierp hij zich in mijn armen en zonder enig probleem ving ik hem, wat in het echt wat meer problemen zou gegeven hebben aangezien hij een flinke kop groter is dan ik.
Ik zette hem neer en we wilden juist de helder verlichte kelder ( aangezien er veel vloeren en dak weg was konden we vanuit de kelder de lucht zien) verkennen toen onze vader binnen kwam, aanzienlijk woedend omdat we zonder zijn toestemming aan zo'n een gevaarlijke onderneming begonnen waren, maar al snel was hij even gefascineerd als ons.
'Vreemd.' zei hij. 'Ik dacht dat het de zoon was, die door zijn misvorming een fascinatie had voor olifanten.'
Ik liep naar hem toe en zag het rek vol olifantenmaskers. Sommigen waren van zwart leder met ritsen, anderen van een kleurrijke, Marokkaans aandoende stoffen,... maar ze zagen er allemaal min of meer hetzelfde uit: als een soort gasmasker met een lange slurf en grote flappen als olifantenoren. Het was een beangstigend zicht.
'Zijn ze dan niet van hem?' vroeg ik nieuwsgierig.
' Nee, zie je hoe verschillend ze zijn? De vader was een reiziger en heeft ze van over de hele wereld meegebracht. En hij droeg ze zelf, want de zoon kwam nooit van de tweede verdieping af.'
Ik probeerde in mezelf te bedenken welke redenen de man zou hebben gehad om zulke maskers te dragen, toen mijn vader ineens zei: 'Vreemd. Dit konden ze nog niet maken.Dez    e is nieuw.' Over het zwarte leren masker met de ritsen. Mijn tot op dat moment aanwezige verlangen om de nog gevaarlijkere tweede verdieping te verkennen om over de zoon bij te leren verdween als sneeuw voor de zon terwijl ik met een bevend stemmetje herhaalde: 'N...nieuw?' Extreem nonchalant, in een woordeloze overeenstemming, klommen we uit de kelder, verlieten het huis en wandelden in steeds sneller tempo naar de straat, waarbij we het laatste stuk werkelijk renden.
Weg van het huis en eenmaal uit het bos keken we elkaar wat schrikachtig glimlachend aan.
' Het is stom en ik weet dat het door de angst kwam, maar ik voelde me echt precies alsof iemand naar mij aan het kijken was. ' lachtte mijn vader.
Mijn lachen verging echter bij woorden. ' Ik... ik ook!' Langzaam draaiden we ons om naar de weg achter ons en staarden met ingehouden adem. Plots ritselden wat struiken vlakbij ons en we zetten het op een lopen. We wisten alledrie dat het de zoon was, die zoveel aandacht en bezoekers niet op prijs had gesteld.
 ___________________________________________________________________________________
Ik heb ook een nachtmerrie gehad over een pedofiel, die ontstaan is uit mijn besef gisteren dat sommige 2D meisjes in Japan veel te jong zijn om geseksualiseerd te worden, zelfs al is het in 2D. Want waar trek je de grens? 2D kan wel en dan zou je je niet aangetrokken voelen tot 3D meisjes? Ik kan niet goed bevatten hoe dat in zijn werking gaat.
In ieder geval, eergisteren zijn we naar Ikebukuro geweest in plaats van Shibuya. We hebben ons geamuseerd in de game arcades en bezochten het pokémoncenter. Toen verplaatsen we ons naar Harajuku, omdat ik een derde poging wilde doen om de bijeenkomst van de jongerenculturen in het park te zien, maar weeral was dat er niet. We aten de typische Harajuku - pannenkoeken met ijs en aardbeien en dergelijke. Ik zag wel de rockabilly dertigers dansen en we aten wat geschaafd ijs met een smaakje. Er was ook een groot Braziliaans festival waar we even over gewandeld zijn. Ik keerde met Jeroen naar huis en at 's avonds tenpura.
Gisterenochtend hadden we een slome ochtend. We waren pas laat wakker en gingen op ons gemakje de rest van Akihabara verkennen. 's Avonds aten de jongens ramen en ik kara'age. We kregen een compliment van de ober over ons Japans.
Jeroen en Ricardo hebben een afspraak voor ons kunnen maken in het Eorzea ( final fantasy) cafe en daar gaan we zodadelijk naartoe. Namiddag normaal Ueno.
Ik amuseer me wel, maar zit veel te veel in mijn hoofd met de herexamens die ik hopelijk net afkrijg en het poetswerk dat ik moet doen als ik terug ben en alle familieleden die ik te weinig heb bezocht en van mij nog bezoek verwachten.
Maar ik probeer naar Jeroen te luisteren en die dingen te bestempelen als "zorgen voor later."

zaterdag 16 juli 2016

Jetlag

Een korte update, beste lezers.

Na de oncomfortabele vlucht en de oververmoeidheid had ik verwacht, of eerder gehoopt, goed door te kunnen slapen. Niets was echter minder waar en mijn enige troost toen ik om 3u naar het plafond lag te staren was dat mijn kamergenootjes even wakker en zelfs wakkerder waren dan ik.

Toen zij om 4u een uitstap maakten om ontbijt te kopen, draaide ik me dus nog eens lekker om en had net de slaap weer gevonden toen Jeroen me kwam halen om te ontbijten.

We vertrokken al vroeg naar Akihabara, DE place to be om beeldjes, manga, sleutelhangers, CD`s en verder alle soorten electronica te kopen die je hartje begeert. Lars en ik gebruikten afwisselend de wandelstok maar na een heleboel geslenter en trappen waren niet alleen de kreupelen onder ons aan het snakken naar een zitplaats. We besloten naar een Maid-cafe te gaan.

Je mag er geen foto`s trekken maar het komt er op neer dat serveersters gekleed zoals op bovenstaande foto je bedienen in een schattige omgeving op een schattige manier met schattig eten.
Vorig jaar ben ik ook met Erwin geweest maar deze ervaring was veel aangenamer. Ik probeerde onopvallend(dus het viel keihard op)aan een Maid te vertellen dat het Jeroens verjaardag was en of ze iets speciaal konden doen. Maar per uur moest je ongeveer 4,5 euro betalen gewoon om er te zitten en toen het eerste uur bijna verstreken was en onze parfaits op ging ik dan maar vertellen dat het niet meer hoefde. Alsof ze op dat moment hadden zitten wachten, stuurden ze me terug naar mijn zitplaats, de lichten werden gedemd en Jeroens volledig gratis verjaardagscakeje werd opgediend terwijl alle maids `Happy birthday` zongen. Iedereen in het zaakje sprak een magische spreuk uit over het cakeje zodat het extra lekker werd en om niet over onze tijdslimiet te gaan schrokten we het cakeje naar binnen in 5 happen -Jeroen had helemaal geen honger meer- en vertrokken we. Tegen 18u30 lagen Jeroen en ik in bed te slapen en Lars en Ricardo gingen nog curry eten.

Vandaag werden we wakker rond 5u en ondertussen is het bijna 8u en hebben we ontbeten. Op mijn aanraden is er besloten dat we vandaag naar Shibuya en Harajuku zullen gaan, omdat alleen op zondag in het Harajuku park alle geschift geklede tieners rondhangen en in het begin van het park de rockabilly dertigers en veertigers zich in het zweet staan te dansen. Als het ons lukt ze te vinden op the right place in the right time zullen we foto`s trekken.

Vandaag 31 graden celcius! Wish us luck!

Aricia

vrijdag 15 juli 2016

Olifantenpoot en regen

Hooggewaardeerde lezers,

Zoals beloofd zal ik hier en daar een klein blogje posten zodat ( vooral ouders) zich gerust gesteld kunnen voelen dat wij, Japanliefhebbers, nog steeds in leven zijn daar aan de andere kant van de wereld.

Na veel last minute-discussie zijn we in prima staat in de luchthaven geraakt, zo vroeg zelfs dat we nog niet konden inchecken. Wat goed was, want de jongste onder ons iheeft enkele dagen voor ons vertrek gevallen een duik genomen van een brommer om de grond te inspecteren... van heel,heel dichtbij. En in plaats van gewoon afschuwelijke schaafwonden over te houden zoals alle andere mensen, begon de schaafwonde op zijn enkel uit te zetten tot zijn pootje van behoorlijke omvang was. Dus gingen ze (Lars en Jeroen) nog gauw de EHBO-dienst bezoeken terwijl ik Ricardo aan mijn typische vragenvuur onderwierp in een poging hem beter te leren kennen. Want je brengt toch geen 10 dagen door met iemand zonder te weten welke landen hij nog wilt bezoeken of wie hij zou vermoorden als niemand ooit zou weten dat hij het heeft gedaan?

De vlucht naar Rusland was niet onaangenaam, 3 uurtjes wat lezen en rusten. De tijd in de luchthaven ging ook snel voorbij, zeker omdat we allevier blijkbaar dezelfde vreselijke kwaal hebben: besluiteloosheid. Moe en geïrriteerd besloten we uiteindelijk wat geld te wissen naar de Russische munteenheid ( shame oh shame ik heb geen idee hoe die noemt ondanks dat ik nog een briefje in mijn portefeuille heb) en bij de Burger King te eten. De vlucht van Moscow naar Tokyo was, zoals verwacht, de hel. 9 uur op een stoeltje zitten met amper beenruimte, een buikslaper zijn, omgeven door kleine kinderen waar ik nooit problemen mee heb behalve in een vliegtuig, vliegtuigvoedsel en turbulentie. Ik denk niet dat ik terug naar huis kom voor er een portal of teleportatiemachine wordt uitgevonden en ik vermoed dat de jongens er ook zo over denken.

Van het ontbijt kreeg ik niets binnen door de misselijkheid en die hongerigheid en het feit dat ik geen seconde heb kunnen slapen zorgden ervoor dat ik niet in mijn opperste beste humeur aankwam in Japan. De regen en de steeds dikkere vuurrode poot van Lars brachten een kleine domper op mijn stemming. Dat er in onze hostel 3 Franse scholen met tieners aanwezig zijn had misschien ook beter gekund maar buiten dat onwetende/onverschillige meisje dat in de gemengde badkamer in haar ondergoed stond, gedragen ze zich nog netjes.

We douchten ons, haalden wat te eten in de 7eleven en vielen in slaap. Ondanks het onvoorstelbaar overdonderende gebrul en geknor wat Ricardo "snurken" noemt. 2 uurtjes later deden we een toertje rond de blok op slakkentempo terwijl Lars het gebruik van een wandelstok probeerde te ontdekken. Het is hem nog steeds een mysterie. We kochten nog een ijsje en kruipen nu ons bed in, in de hoop morgen effectief te beginnen aan een ontspannende vakantie. Laat ons nu allen hopen dat Lars zijn olifantenpoot morgen niet geamputeerd moet worden. We doen in ieder geval ons best hem te laten rusten en het te verzorgen.

Tot betere tijden :-)

Aricia

vrijdag 31 juli 2015

Vakantie in Tokyo!

Beste, geliefde, onvermoeibare, geachte en geëerde lezers. Misschien is dit mijn laatste blog en zijn we er allemaal van af.
Of misschien beslis ik wel om in de toekomst hier en daar een woordje te schrijven in deze onzindatabank. Niemand weet wat de toekomst brengt.
 
(Behalve deze knappe kerel misschien)

Hoe dan ook, vandaag is onze laatste (volledige) dag in Japan, dit jaar althans. De voorbije weken hebben we genoten en afgezien van en door het 'mooie' weer, a.k.a. het hellevuur. De eerste dagen in de guest house van de hostel was ik niet zo onder de indruk van de faciliteiten, zeker na 2 lange rustdagen (vanwege Jeroens kreupele pootje) in een kamertje zonder internet. Ook in deze kamer (in de effectieve Aizuya Inn) heeft niet zo goed internet en ondanks de goedkope kamers moet je zelfs betalen voor de douche, wat ik nog nooit heb meegemaakt. Ook zitten we hier in een buurt waar eigenlijk niets te doen is, heel het stadje lijkt een verzamelplaats van zatte, lawaaierige oude mensen.  Zo worden we elke avond in slaap gesust door een man die zijn longen uit zijn lijf schreeuwt naast ons raam beneden.
gelukkig is het ontbijt gratis, dus daar eet ik me elke ochtend ongegeneerd mee vol.

We hebben verschillende plaatsen bezocht, waaronder Akihabara meermaals (en vandaag opnieuw als afsluiter), Asakusa, Tokyo, Shibuya, Harajuku, Roppongi, Ueno, Shinjuku en Ikebukuro. 
Omdat ik weet dat het verhaal vroeg of laat toch zal uitkomen zal ik het hier even posten.

Vorige keer ben ik samen met Erwin verschillende plaatsen gaan bezoeken die ik dit keer opnieuw wilde zien. Maar als ik niet exact dezelfde weg kan wandelen of uitgang uitwandelen kom ik volgens mijn richtingsgevoel voor het eerst op die plaats. In Shibuya had dat als gevolg dat ik Jeroen vol paniek meesleurde van de ene naar de andere plaats in de hoop iets bekend tegen te komen. Hij was niet onder de indruk toen die plaats de beginplaats bleek te zijn. Maar dat is nog niet het strafste dat ik voor elkaar heb gekregen. In mei heb ik met Erwin ook een pokemonwinkel bezocht in een groot winkelcentrum (Sunshine City genaamd). Er rotsvast van overtuigd dat dit in Shinjuku was, hebben we minstens een half uur om het gigantische station heen lopen cirkelen. 
Pas in de trein terug naar huis had ik de moed te bekennen dat ik me van stad had vergist. Maar all is well that ends well: gisteren zijn we Ikebukuro gaan bezoeken- gewapend met 3 kaarten op mijn gsm en een site vol informatie- en het was fijn.

Hier wat foto's:

 In de hostel Anne in Ryogoki wandelden we 's avonds een keer te voet naar de Skytree.

 Aankomst in Aizuya Inn.

Het meisjestoilet.

 Interessante winkel voor sommige vriendjes :-)

Interessante vondst in de guesthouse: heel oude boeken met foto's.


Bezoekje aan Ueno-park!
Jeroen die overal en altijd moet bukken. In huizen, treinen, zelfs gewone winkels! Arme langewapper.


Jeroen heeft ook nog superveel foto's op zijn gsm, maar die zal ik eens uploaden als ik een laptop heb. Tot snel, allemaal!

Aricia